Verslag praktijksafari 'Een duurzaam Walden Festival'

Op een donderdag in juli 2023 nam Pulse Transitienetwerk het netwerk mee op verkenning bij een duurzaam festival in het Brusselse, namelijk het Walden Festival.

Walden Festival is een initiatief van de makers van Klarafestival.
Klarafestival wordt sinds 2004 georganiseerd door Festival van Vlaanderen Brussel, dat inmiddels uitgroeide tot het grootste klassieke muziekfeest in België. Het Klarafestival is trouwens ook Pulsegenoot.

Walden Festival bestaat sinds 2021. In de sfeer van een popfestival kunnen mensen klassieke en minder klassieke muziek ontdekken. Er ligt een sterke focus op jazz en niet-westerse muziek. Concerten duren maximaal 45 minuten en vinden plaats op verschillende podia in en rond het Brusselse Leopoldpark, het groene hart van de Europese wijk.

De naam ‘Walden Festival’ refereert aan het gelijknamige boek van de Amerikaanse schrijver Henry David Thoreau. Hij koppelt natuurobservaties en filosofische overpeinzingen aan een pleidooi voor een betere samenleving. Zijn intussen meer dan 150 jaar oude boek is actueler dan ooit en zet vandaag nog altijd wereldwijd aan tot bewust én duurzaam leven. 

Walden Festival streeft niet alleen zelf naar een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk, maar wil ook mensen – via muziek en een ontmoeting in de Brusselse groene ruimte – actief met elkaar en met hun leefomgeving verbinden. 

Esther De Soomer van Klarafestival maakte de groep wegwijs in de 7 principes die het festival hanteert rond duurzaamheid tijdens een rondleiding op het festivalterrein en langs verschillende podia.

1. Eet lekker, eet bewust

Eten is een belangrijke manier om mensen met elkaar te verbinden. Goed eten geeft mensen plezier. Als je goed duurzaam eten kunt serveren, werkt dat inspirerender dan een brochure of een pamflet.

Bij Walden kiezen ze bewust voor vegetarische catering. Door vlees te bannen verlagen ze de CO2-impact drastisch. Er wordt zo veel mogelijk met lokale producenten gewerkt; dit jaar zijn er drie cateraars voor eten (Shake Eat in de backstage, VIP en bar, foodtrucks van Davai Dumplings en Loving Hut Express voor de frontstage). Daarnaast is er nog Sunshine Barista (Leuven), die fairtrade duurzame koffie brandt op zonne-energie en Dille & Kamille, die zorgen voor biologische thee. Omer is de vaste biersponsor, Gudule zorgt voor de wijnen.

Naast het eten zelf hebben ze aandacht voor het eetgerei. In de backstage wordt alles afgewassen. Artiesten en crew krijgen ook een drinkfles die ze kunnen vullen aan de Robinetto. Ze gebruiken herbruikbare bekers van Goodless, Festicup (Omer) en een eigen systeem van Shake-Eat.

Gebruik van flesjes wordt zo veel mogelijk beperkt, behalve van sponsor Omer en voor de wijn. Dat zijn ook allemaal glazen flessen. Die van Omer worden gerecupereerd, de wijnflessen gaan naar de glasbol. Verder is er een Robinetto; dat water is ook de basis voor de limonades.

Bij de frontstage lopen de systemen een beetje uit elkaar, afhankelijk van de cateraar. De ene gebruikt kartonnen borden met een blaadje erin tegen vetvlekken. De andere bagasse borden. Daardoor zijn er drie afvalstromen (papier/rest/gft), wat niet ideaal is. Het doel is om volgende editie enkel bagasse te hebben. Daarnaast wordt er houten bestek gebruikt. De impact daarvan is niet klein, maar het is de best mogelijke optie voor eenmalig bestek.

Voedseloverschotten worden niet weggegooid. Vorig jaar stond Walden daar zelf voor in en werden de resten gedoneerd aan een Frigo Solidaire aan het Jourdanplein (FreeGo). Dit jaar hebben al de cateraars een eigen systeem om voedseloverschotten te recupereren. Shake Eat werkt bijvoorbeeld met Alpaca Solutions.

Een leerpunt is de koeling. Dit is een extreme energieslurper (zie ook onderzoek op Boomtown onlangs), maar momenteel heeft Walden hier zelf weinig impact op. De plek waar ze de frigo’s huren, geeft niet mee welk energiecertificaat ze hebben. En ook op de koeling van de verschillende leveranciers hebben ze weinig impact. Dit wordt verder onderzocht om dit te verbeteren naar volgende edities toe.

2. Geniet respectvol

Walden Festival wil mensen verbinden met elkaar en met hun omgeving, dus het is logisch dat er zo respectvol mogelijk wordt omgegaan met de omgeving van het festival. Voor de natuur, voor de stedelijke omgeving en voor de inwoners. Het feit dat ervoor wordt gekozen om mooie, vaak onontdekte pareltjes van Brussel toegankelijk te maken, creëert ook automatisch respect.

De openbare ruimte wordt niet gehypothekeerd - een belangrijk punt in Brussel vandaag, zie bijvoorbeeld de discussie rond het Ossegempark. Het Leopoldpark blijft ongeschonden en ook vrij toegankelijk voor de Brusselaars. De buurtbewoners worden geïnformeerd over de activiteiten en krijgen korting op het festival. 

Er wordt zo veel mogelijk gebruikgemaakt van bestaande infrastructuur. Het hoofdpodium in de museumtuin is op dat punt de uitzondering. Het podium in de ‘citizen’s garden’ staat er permanent en er worden regelmatig concerten georganiseerd. Dat reduceert de impact op vlak van transport en materiaal, maar ook qua geluidsoverlast en energie. Dat geldt uiteraard ook voor de binnenruimtes.

De concerten van het Walden Festival zijn grotendeels onversterkt, waardoor ook de geluidsoverlast beperkt blijft. De concerten stoppen om 22 uur, dus ook voor de buurt creëren ze geen nachtlawaai. En het festival gaat grotendeels door bij daglicht, zodat de noden qua verlichting klein blijven.

Voor de zaken die ze wel moeten opbouwen, maken ze zo duurzaam mogelijke keuzes: het festival meubilair is herbruikbaar (bijvoorbeeld totems, vuilbakken) en grotendeels gehuurd. Ze werken met verhuurder FestiRent, die plastic verpakkingen tot een minimum beperkt. 

Er worden vacuümtoiletten gehuurd, dat zijn zuinige toiletten die tot 87% minder water verbruiken dan gewone toiletten.
Voor de elektriciteit kunnen ze gebruik maken van de stroom van het museum, er is dus geen nood aan generatoren.

Doordat de museumsite de enige plek is waar ze catering aanbieden, vermijden ze ook afval op de andere locaties. Hier wordt ook zo goed mogelijk omgegaan met de afvalstromen door te recycleren (rest/papier/gft/pmd) en een ecoteam in te schakelen dat toeziet op netheid.

Het afval wordt ook gemonitord: vorig jaar 2 volle papiercontainers, 2 volle containers met rest, iets meer dan 1 container PMD en een heel beperkt aantal glazen flessen.

Er blijven wel leerpunten zoals het transport van materiaal dat soms van ver moet komen (bijvoorbeeld het podium) en er is nog weinig kennis over duurzame podiumbouw en techniek.

Voor volgend jaar denkt Walden trouwens aan een project rond quiet.brussels en sound ecology.

3. Verklein de impact van je verplaatsingen 

Verplaatsingen met de auto of het vliegtuig zijn ontzettend belastend voor het milieu. Bovendien zijn de Brusselse straten al gecongesteerd genoeg en ligt de parkeerdruk enorm hoog. Daarom zet Walden Festival in op duurzaam transport: voor de artiesten, voor het publiek en voor het team.

Aan de artiesten wordt gevraagd om zo veel mogelijk met de trein te komen. Er worden ook voornamelijk Europese artiesten en heel wat lokaal talent (bijvoorbeeld de Klara Twintigers) geprogrammeerd zodat de verplaatsingen niet te groot zijn. Walden Festival heeft ook een nauwe samenwerking met het Nederlandse festival Wonderfeel. Vorig jaar vielen beide festivals tijdens hetzelfde weekend en konden artiesten ‘gedeeld worden’ zodat ze op een zinvolle manier hun tournee konden maken, zonder al te grote verplaatsingen.

De locatie is ook goed bereikbaar met het openbaar vervoer en de fiets. Walden voorziet ook een bewaakte fietsenstalling tijdens het festival en op zondag komt partner Bike Republic kleine fietsherstellingen doen. Gratis fietsbellen worden uitgedeeld aan de eerste 10 fietsers.

Er is geen parking voorzien voor bezoekers. Als ze willen parkeren, zullen ze dat betalend moeten doen, op straat of in een ondergrondse parking. Voor mensen met een beperking wordt er wel parkeerplaats voorzien, die op voorhand kan worden aangevraagd.

Vorig jaar heeft Walden onderzoek gedaan naar het verplaatsingsgedrag van het publiek: 45,5% kwam met de auto, 41,2% met het openbaar vervoer en 13,3% met de fiets of te voet. Ook dit jaar staat een bevraging gepland via de bedankingsmail.

Walden heeft een deal met Green Mobility. Met elektrische wagens wordt het grootste deel van het materiaal vervoerd - daarnaast wordt er een grotere bestelwagen gehuurd voor grotere stukken. Ze hebben ook 2 cargo bikes van Bike Republic. En een bolderkar!

Er zijn echter nog altijd artiesten die met het vliegtuig komen (dit jaar 3 ensembles). Het is heel moeilijk om invloed te hebben op een duurzame manier van touren; dat moet voor een stuk ook van de artiesten zelf komen. 

4. Communiceer duidelijk en duurzaam 

Walden Festival communiceert zo duurzaam mogelijk, met een grote focus op online en een mediacampagne die ondersteund wordt door radio partner Klara. Klara zendt het festival live uit, ook dat is duurzame en ‘slow’ communicatie.

Qua drukwerk beperken ze zich tot posters, flyers en brochures die ze uitdelen op de dag zelf. Deze producten worden duurzaam gedrukt.

Alles op vlak van visibiliteit is gericht op hergebruik. De totems komen van grint en zijn duurzaam geproduceerd in hout. Ook de bewegwijzering is herbruikbaar.

Verder hebben ze een groot aantal herassen bespannen met herasdoeken rond het festivalterrein. Ook die proberen ze te hergebruiken. Voor de herasdoeken die ze niet kunnen hergebruiken, werken ze samen met bedrijven die het materiaal recycleren naar nieuwe producten, bijvoorbeeld Redopapers. Ze willen volgend jaar ook samenwerken met BHS-media om er laptoptassen van te maken.

Het blijft een moeilijk evenwicht tussen online en papieren communicatie, want niet iedereen is even digitaal geletterd. Kwetsbare doelgroepen worden ook uitgenodigd voor het festival en voor hen is papieren communicatie vaak belangrijk. Niet iedereen beschikt over een smartphone. Inclusieve communicatie is niet altijd de ecologisch meest duurzame optie. Verder zorgen bepaalde ontwikkelingen ervoor dat ze soms bannermateriaal moeten weggooien, bijvoorbeeld als er een nieuwe sponsor is van wie het logo vermeld moet worden.

Daarnaast is het soms lastig dat partners of sponsors willen flyeren of goodies uitdelen. Daarin moeten ze een evenwicht vinden waarmee ze zowel tegemoetkomen aan de sponsors als trouw blijven aan de waarden van het festival.

5. Bundel de krachten 

Walden Festival probeert veel samen te werken met inspirerende partners (bv. catering, museum, kennispartners) om samen een grotere impact te hebben.

Ten eerste de leveranciers: bijvoorbeeld Shake Eat of Levi Party Rental (die laatsten gebruiken weinig plastic). Ze gaan dus op zoek naar leveranciers die ook volgens duurzame waarden werken. Dat is niet altijd gemakkelijk of succesvol, maar jaar na jaar vinden ze betere samenwerkingen, die ook voor de partners interessant zijn.

Ze werken ook samen met sociale partners die het verhaal van Walden ondersteunen. Zo werken ze veel met vrijwilligers en daarvoor doen ze onder andere beroep op Refu Interim en Minor Ndako.

En ook inhoudelijk werken ze samen met inspirerende partners. Bijvoorbeeld het Nederlandse festival Wonderfeel, waar ze veel kennis mee uitwisselen.
Of het Museum voor Natuurwetenschappen: dat is niet enkel een locatie, maar ze denken ook samen na over hoe ze mensen kunnen bereiken met duurzame verhalen. Zo heeft het museum een biodiversiteitstuin, waar Walden signalisatie zet om de bezoekers er bewust van te maken.

Isabel Van Loo, verantwoordelijke partnerships en events bij het Museum voor Natuurwetenschappen, sloot aan bij de groep om meer te vertellen over de samenwerking tussen Museum en Festival.
Het Museum hanteert de slogan ‘bringing nature in everyone's life', waarbij hun hoofddoelstelling kennisoverdracht naar de Belgische bevolking is. Naast het creëren van bewaarplekken en beleidsondersteuning gaat veel aandacht naar onderzoek rond onder andere uitgestorven diersoorten en biodiversiteit. Speciaal voor Walden Festival werd een gidstocht ontwikkeld door het Leopoldpark waarbij het publiek kennis kan maken met de geschiedenis van het park (vroeger de Zoo van Brussel).

6. Inspireer en motiveer 

Door duurzame keuzes te maken en te tonen dat die niet alleen goed, maar ook leuk zijn, kan je veel mensen inspireren om het zelf anders te gaan doen. Het eten is daar een voorbeeld van. Walden Festival probeert een sfeer te creëren waarin duurzaamheid de rode draad is en die mensen ook aanspreekt. Ze hebben ook een aantal activiteiten die in die lijn passen, zoals yoga op zondag, georganiseerd door de CM. En ze besteden veel aandacht aan de inhoudelijke lijn van het festival, met artiesten die interessante invalshoeken bieden. Zo treedt deze editie van 2023 Mari Kalkun op; zij is heel erg bezig met het Estse erfgoed, zowel op vlak van verhalen als muziek. Het evenwicht tussen natuur en mens staat haar na aan het hart en ze spreekt daar ook openlijk over.

Ze delen de inspanningen niet alleen met het publiek, maar ook met partners en artiesten. Zo proberen ze elkaar te inspireren, want dat werkt in twee richtingen. Vorig jaar stond Manchester Collective geprogrammeerd, die duurzame actie heel belangrijk vinden. Zij maken gebruik van een green rider, die voor Walden Festival heel inspirerend was.

Walden Festival kiest ook voor actie buiten het festivalterrein door groene projecten te steunen. Vorig jaar ging 2 euro van elke boeking naar het project European Festivals Forest - een bos in IJsland dat door verschillende Europese festivals werd aangelegd als CO2-compensatie. Samen konden zo 419 bomen aan 2 euro per boom financieren, goed voor de compensatie van 125,7 ton CO2-uitstoot.

Het blijft een mooi project, maar dit jaar wilde Walden Festival het toch wat dichter bij huis zoeken en contacteerden ze Bos+, een vzw voor meer en beter bos die met verschillende projecten meer bos willen aanplanten.

Tine Dekezel, projectverantwoordelijke van het vergroenings- en inclusieproject van BOS+ met drie Brusselse jeugdhuizen dat Walden Festival ondersteunt, vertelde hoe de festivalgangers bijdragen aan een groener Brussel en de verbinding van jongeren met de natuur. BOS+ wil het draagvlak vergroten, niet enkel bij reeds bestaande bos-liefhebbers. Zo werken ze samen met Brusselse jeugdorganisaties om kwetsbare jongeren via natuurateliers vrijetijdsactiviteiten aan te bieden waarbij vrijwilligers worden wegwijs gemaakt, bijvoorbeeld in Brusselse parken. Daarnaast werken ze met deze jongeren aan het aanplanten van bomen, maar ook struiken, bloemen en planten

Walden Festival geeft deze editie mensen de vrije keuze hoeveel ze doneren voor dit project. 5 dagen voor aanvang van het festival werd er voor 530€ gedoneerd. Deze vrije donatie is voor deze editie een experiment, dus misschien wordt er de volgende editie teruggegrepen naar een vast bedrag in de boekingsprijs.

In de aanloop naar de samenwerking met BOS+ is hier ook over gesproken en hebben ze samen opties besproken voor een aanvullende financiering van het project, via sponsor Nationale Loterij.

Belangrijk aan het project van Bos+ is niet de meetbare CO2-compensatie, maar het feit dat Walden Festival mee de schouders zet onder een duurzaam inclusietraject dat gericht is op de vergroening van de Brusselse ruimte.

7. Blijf dromen, proberen en doen

Bij elk van de besproken aspecten werden een aantal leerpunten aangehaald. Elke editie opnieuw evalueert Walden Festival de inspanningen en proberen ze het beter te doen, bijgestaan door kennispartners.

Vorig jaar hebben ze ‘A Greener Festival’ (nu: A Greener Future) een assessment laten doen. Dat was vooral nuttig op voorhand: AGF heeft een uitgebreide checklist waardoor men bewustere keuzes maakt. Het assessment zelf had misschien grondiger en sneller kunnen gebeuren. Op de meeste aanbevelingen was Walden Festival zelf ook al gekomen of zijn voor de schaal van het festival gewoon niet haalbaar.
Een voordeel van zo’n assessment is ook wel dat de inspanningen er wat bekendheid door krijgen. Walden Festival kreeg het afgelopen jaar regelmatig aanvragen, bijvoorbeeld van KDG en van een onderzoeker uit Estland om hun beleid toe te lichten.
Ze werden ook genomineerd voor ‘A Greener Transport Award’ tijdens de jaarlijkse awards van AGF. Daarnaast zijn ze dit jaar genomineerd voor de ‘Visitbrussels Awards’ in de categorie ‘sustainable initiative’. Met dit soort erkenning proberen ze hun duurzaamheidsacties ook breder bekend te maken.

Walden Festival blijft dit soort kennispartners betrekken. Dit jaar werken ze samen met wemeasure voor een elektriciteitsmeting en denken ze er ook aan een CO2-analyse te laten uitvoeren tijdens een volgende editie. Maar ook wordt er samen met de VUB gekeken naar de mogelijkheden van kennisopbouw. 

Tegelijk blijft Walden Festival nuchter: meten is weten, maar je weet niet alles door te meten. Het BOS+ project is daar een mooi voorbeeld van: ook buiten het meetbare ligt er veel…