Draait het écht allemaal in de soep?

Naar aanleiding van de debattenreeks ‘In de soep’ ging vrijwilliger Ester in gesprek met Marieke de Munck, bij Vooruit bezieler van het programma stadsatelier en think. Denken werd omgezet in doen in 2021: Vooruit lanceerde een indrukwekkend Duurzaam Actieplan, waaraan het tal van (online) activiteiten koppelde in het online programma No Time To Waste. Via een van onze welbekende praktijksafari’s kreeg Pulse een unieke blik achter de schermen over de totstandkoming van het plan in al haar facetten en de vele (denk)oefeningen die daaraan vooraf gingen.

Marieke De Munck tijdens onze Praktijksafari, met op de achtergrond de wijze woorden van Remco Campert: ‘Jezelf een vraag stellen, daarmee begint verzet, en dan die vraag aan een ander stellen.’ Foto (c) Ella Oelbrandt

Marieke De Munck tijdens onze Praktijksafari, met op de achtergrond de wijze woorden van Remco Campert: ‘Jezelf een vraag stellen, daarmee begint verzet, en dan die vraag aan een ander stellen.’

Foto (c) Ella Oelbrandt

‘Wat is er nodig, wat kunnen en moeten we doen, maar vooral wat moeten we niet doen?’. Tijdens de eerste lockdown reflecteerde de voltallige Vooruit over dergelijke vragen. Marieke had het idee dat er heel wat leefde onder de mensen. Vooruit wou die mensen bij elkaar brengen om zo gesprekken te initiëren over maatschappelijk urgente thema’s. Het kunstencentrum koos daarbij resoluut voor andere soorten stemmen dan de klassieke ‘witte slimme mannen die hun zegje komen doen’. Er lopen immers zoveel andere mensen op deze wereldbol die heel wat interessante dingen te zeggen hebben. Helaas wordt hen niet zo snel een micro onder de neus gestopt. Zo was de eerste stap richting ‘In de soep’ gezet. Tijdens de crisis krijgt iedereen wel eens het gevoel dat ‘alles in de soep loopt’. Vooruit koppelde een negatief gevoel aan iets dat verbindt en positieve hoop schenkt, (hart)verwarmend als een kop hete soep, aan een plek waar ideeën worden uitgewisseld. Want eten is iets dat mensen verbindt en een gesprek op gang brengt. 

De wereld in een kramp

Hoe voel je je bij de vele maatschappelijke veranderingen en uitdagingen van deze tijd? Marieke: “Soms word ik heen en weer geslingerd tussen wanhoop en hoop. Ik zie optimisme bij mensen die van onderuit op zoek zijn naar verandering. Het groeiende bewustzijn maakt dingen zichtbaar, zoals de #metoo-beweging. Maar de wanhoop sluimert toch ook. De hedendaagse machtsstructuren - je weet wel - de Trumps, Bolsonaro’s van vandaag, bieden op een krampachtige manier weerstand. Veel mensen willen hun macht en geld niet opgeven, ze denken dat er niet genoeg is in de wereld. Wat resulteert in een wereld in een kramp. Die tegenstrijdigheden botsen en dan kan het snel escaleren. Naar mijn gevoel gaat het uiteindelijk vaak te traag. Problematieken die al decennia aan de gang zijn geraken maar niet opgelost.” 

Naar adem happen en doorzetten

Is daar dan geen antwoord op?
Marieke: “Het is een werk van lange adem en dat zal zo blijven. Er bestaat geen zaligmakende oplossing. Mensen denken na over oplossingen en voeren acties, maar tussendoor moeten ze weer eens naar adem happen. Toch kan het plots allemaal keren en breekt de weerstand. Soms is er gewoon één druppel die de emmer doet overlopen, je weet niet precies welke, maar er komt één. Samen met iedereen hoop ik dat die druppel snel komt. Er zal veel voor gedaan moeten worden, altijd opnieuw en opnieuw en op verschillende manieren. En enkel als we elkaar ondersteunen. Want er is ook tijd nodig om te rusten, te bekomen en te herstellen.” 

Zachtjes kantelen

Hoe kunnen we ons beschermen tijdens die trage zoektocht?
Marieke: “De crisis bood een kans om te leren en te veranderen. Ondertussen zijn we een paar maanden verder en het lijkt alsof de meeste mensen zo snel als mogelijk terug naar ‘het normaal’ willen gaan, wat dat ook mag zijn. Want was dat normaal wel normaal? Als we terug gaan naar het normaal, tonen we dan wel genoeg weerstand? Na deze crisis komt er nog een crisis en nog één en nog één. Het systeem zal op een dag breken… 

Vergelijk het met een keramieken kruik: als je die op de grond gooit, barst ze in stukken. Maak diezelfde kruik in rubber: ze biedt weerstand en barst niet. Ze is robuust, als er iets ernstigs gebeurt, blijft ze gewoon dezelfde. Mensen zien dit als tegengestelden. Ofwel gebeurt er iets met jou en breek je volledig ofwel buig je zonder te breken en toon je jezelf veerkrachtig.  

Als er zoiets ingrijpends als een pandemie plaatsvindt, ga je dat net aangrijpen om iets te veranderen, om je aan te passen, om te transformeren in iets dat je sterker maakt waardoor je de crisis niet meer als iets negatiefs ziet, maar eerder als een leermoment, een katalysator waar je als mens rijker uitkomt. 

Vandaag redeneren we vanuit een soort paniek: ‘Hoe keren we zo snel mogelijk back to normal?’. De vraag zou moeten zijn: ‘Hoe kunnen we de crisis gebruiken om door te groeien naar iets onbreekbaar en robuust?’ Er gebeuren al veel dingen, we kantelen zacht maar het blijft vooral op microniveau gebeuren. Al geloof ik nu, meer dan vroeger, in de zachte aanpak, zoals een slang langzaamaan vervelt. Een systeem brokkelt langzaam af terwijl er geleidelijk aan een ander systeem in de plaats komt, een soort trage transformatie.”

Verbeelding aan het woord

Hoe kan een kunstencentrum - en bij uitbreiding kunstenaars - bijdragen aan een nieuw, hoopvol toekomstbeeld?
Marieke: “Wat activisten en pioniers doen is fantastisch, maar ze stoten op te veel weerstand. De verbeelding ontbreekt bij veel mensen. Ze weten niet meer wat ze er zich bij moeten voorstellen en wat te doen. We moeten ons dringend durven voorstellen ‘hoe het anders kan’ en elkaar op die manier over de streep trekken. Op korte termijn lijkt een gevoel van angst te overheersen: ‘Wat als ik mijn job verlies, of de parkeerplaats voor mijn deur?’. Als je waardige alternatieven kan tonen, dan krijg je mensen volgens mij wél overtuigd. Zo’n zachtere en pragmatische aanpak is nodig. Op de lange termijn komen we daar hopelijk verder mee.” 

Van dag tot dag en vooruit kijken

Hoe past Vooruit zich aan, nu en op langere termijn?
Marieke: “We passen ons constant aan en prioriteren daarbij veiligheid. Dat geldt voor iedereen: artiesten, personeel en publiek. We proberen zo goed mogelijk de dingen verder te zetten. Liefst van al nog publieke activiteiten, zorgen dat mensen nog geïnspireerd blijven,… ik denk dat dat onze rol ook is. Als er van de 100 aanwezigen 1 iemand zich onveilig voelt, gaat alle aandacht naar die ene persoon. Dat slorpt veel energie op, maar we zijn het aan onszelf en de samenleving verplicht om daar aandacht aan te spenderen.

Op middellange termijn ligt de focus op het geven van een podium aan kunstenaars. De core business blijft wel die artiest ondersteunen. In al onze activiteiten blijven inclusie, diversiteit, mensen zich doen thuis voelen, een soort gemeenschapsgevoel, enzovoort, belangrijke parameters. Intern sleutelen we aan een duurzaamheidsplan, waaraan ook sociale aspecten gekoppeld worden. Daarmee zullen we naar buiten treden bij wijze van statement: ‘Kijk, wij staan niet stil en blijven onszelf kritisch bevragen: hoe kunnen we het kunstenveld en bredere publiek blijven inspireren?’ Door de pandemie kwam het duurzaam beleidsplan in een stroomversnelling. We gingen in ‘toekomstteams’ aan de slag. We zijn geen Google of Facebook maar we zijn toch een relatief groot schip dat voor deining kan zorgen en dat geeft ons moed: we worden gehoord.

Op lange termijn denken we nog veel verder. Zo willen we ons organisatiemodel veranderen. Het artistieke zal altijd voorop staan. Een ander ankerpunt is ecologie. Daar willen we structureel aan werken.”

Hoe kan een organisatie als Pulse jullie versterken?
Marieke: “We varen in troebel water: bij veel kunstenaars staat het water aan de lippen. Ondanks alles blijven ze experimenteren en dat stemt ons hoopvol. Die wroetende kunstenaars nemen het voortouw en kunnen ons blijven inspireren. Daarin zie ik ook een belangrijke rol voor Pulse: die kunstenaars in de schijnwerpers zetten, met elkaar in verbinding brengen en tonen aan het groter publiek.”

Ruben Arnaerts