Beesphere zoomt in op biodiversiteit

Dit artikel werd geschreven door Martine van Riel.

De bij is al een paar jaar een buzzing onderwerp: het bedreigde bestaan van dit insect heeft verwoestende gevolgen voor onze planeet en de voedselindustrie. Het is de populaire en knuffelbare vertegenwoordiger van ons groeiende ecologische bewustzijn. Deze populariteit uit zich in massa’s “red de bij”-achtige producten (zoals sieraden, T-shirts, etc.), die - door een sceptische bril gezien - lijkt op een marketingstrategie die op dat bewustzijn meevaart. Maar de bij is wel degelijk een ambassadeur voor biodiversiteit, en kan optreden als inspirerende leidraad voor de rol van ecologie in onze verstedelijkende wereld. 

Kunstzinnige kruisbestuivingen

Beesphere is een Gents initiatief dat het kunstzinnige met het wetenschappelijke en sociale verbindt om biodiversiteit te vergroten in de stad. Tim Joye, curator van Beesphere, vertelt mij tijdens een herfstwandeling in de Bourgoyen-Ossemeersen over het kunstwerk Beepod en zijn inzet om verwildering van geest en omgeving te stimuleren, en zo de biodiversiteit te ondersteunen.

Binnenin de Beepod.

Binnenin de Beepod.

De Beepod kwam tot stand door een kruisbestuiving tussen verschillende kunstenaars, lokale organisaties en imkers. In tegenstelling tot de meeste sculpturen staat de Beepod niet in een expositieruimte, maar middenin de Ecowijk in Gent. De grote geometrische structuur is bedekt met een levende “schil,” opgebouwd met daktuinsubstraat waaruit plantjes groeien. Wanneer deze bloeien trekken ze bijen en andere bestuivers aan, en zij zorgen op hun beurt voor een grotere biodiversiteit in de wijk. 

 Zwermintelligentie in de buurt

Anderhalf jaar na zijn installatie vormt de Beepod niet alleen een interessante ontmoetingsplaats voor buurtbewoners waar ze iets kunnen bijleren over biodiversiteit, maar functioneert deze ook als inspiratie voor nieuwe initiatieven. Omwonenden dragen vrijwillig bij aan het project met hetgeen ze te bieden hebben: van nieuwe zaadjes of kennis over insecten tot schildertalent. Enthousiastelingen bedenken spontaan randactiviteiten, zoals de pompoenen die een wijkgenoot plots uit gaten in het asfalt liet groeien, en de buurvrouw die ze oogstte voor huisgemaakte soep. Dit collectieve gedrag doet Tim denken zwermintelligentie, of de manier waarop bijenkolonies met hun circa 50.000 bijen functioneren: iedereen draagt een specifiek steentje bij aan het functioneren van het grote geheel.

De levende schil van de Beepod.

De levende schil van de Beepod.

Het initiële doel van Beesphere, de mens laten samenleven met de bij, is dus bereikt. De nieuwe doelstelling is direct een stuk ambitieuzer: meer plaats maken voor biodiversiteit en bestuivers (zoals wilde bijen) door de ruimtelijke ordening van de stad om te gooien. Tim werkt voor de Vlaamse overheid als Art Director en kan met één been in de ambtenarij en het andere in de kunstensector dus goed ‘kruisbestuiven’ tussen Beesphere en beleidsmakers. Hij is momenteel in gesprek met de Stad Gent over de plaatsing van een nieuwe “bijenambassade” (i.s.m. Nederlands kunstenaar Zeger Reyers), die voor minstens tien jaar een plek in de stad zou krijgen. Maar het verfraaien van de publieke ruimte met functionele kunstwerken is niet genoeg om zijn doel te bereiken: Tim wil met Beesphere inzetten op de verwildering van geest en openbare ruimte.

Van functionele verfraaiing naar noodzakelijke verwildering

Ruimtelijke ordening focust zich op veel gebieden, maar niet of nauwelijks op biodiversiteit en het stimuleren van wilde bijen en andere bestuivers. Een deel van het probleem is de Vlaamse voorliefde voor properheid in het (stedelijk) landschap, en de vastberadenheid om in conventionele structuren te denken. Het idee dat verwildering een teken van verwaarlozing is, is nefast voor biodiversiteit en derhalve voor de toekomst van onze planeet. 

Om mensen te doen inzien dat verwildering een positieve ontwikkeling is, denkt Tim bijvoorbeeld aan flexizones binnen het bestemmingsplan van een stad. Zo een zone heeft geen vaste bestemming, en moedigt dynamische invullingen aan. Dit soort semi-gestructureerde verwildering moet mensen helpen hun vastgeroeste ideeën over ruimtelijke ordening los te laten en meer plaats te maken voor de fuzzy ambassadeur van de biodiversiteit en zijn bestuivende vriendjes.

 Collectiever denken en doen

In de toekomst hoopt Tim burgers en beleidsmakers bekend te maken met meerdere ambassadeurs van de biodiversiteit, zoals de salamanders. Ook grotere organisaties of bedrijven zouden betrokken kunnen worden bij de bevordering van biodiversiteit in ons dagelijks leven en omgeving, bijvoorbeeld geïnspireerd door de Beepod. Niet als kant-en-klare structuur die overal geplaatst kan worden, maar als contextafhankelijk en op maat gemaakt project waarbij de levende schil centraal staat en functioneert als ontmoetingsplek voor de betrokkenen. Bijvoorbeeld de lokale Gentse brouwerij Roomer die Beesphere 1000 oude flessen aanbiedt voor een insectenkunstwerk, waarbij werknemers ieder hun steentje bijdragen aan de creatie en na verloop van tijd en dialoog met nieuwe ecologische initiatieven komen.

Aan de bij kan de mens alvast een voorbeeld nemen, vindt Tim: “Om biodiversiteit te stimuleren en onze planeet te laten overleven moeten we collectiever denken, maar vooral doen.”

Spreekt dit ook zo tot jouw verbeelding? Wil jij ook jouw geest (en omgeving) verwilderen?

Ruben Arnaerts